woensdag 30 januari 2013

Mens en Lijden: Leven na de dood


Ik was in het vierde leerjaar toen onze joodse godsdienstlerares de les begon met volgende woorden: “De rabbijn Yaacov zegt in het boek ‘De gezegden van de ouderen’: “Maak je gereed in de aankomsthal, zodat je het paleis kunt binnentreden.”
Daarna werden er enkel lessen aan die gezegde besteed. We hebben geleerd dat er met ‘ aankomsthal’ dit, huidig leven wordt bedoeld, en met ‘paleis’, het leven na de dood.
Dat betekent dus eigenlijk dat ons leven nu niet enkel veel minder is dan het leven na de dood, het is zelfs enkel een ‘voorbereiding’ voor die leven.
Ik geloof in een leven na de dood. Een leven waar al de daden die een mens voor zijn dood heeft gedaan gemeten en gewogen zullen worden, en op basis daarvan zal die mens bestraft of beloond worden of allebei…
Het leven voor de dood mag dus in belangrijkheid vooral niet onderschat worden, zelfs al is het leven erna van meer waarde. Dit is namelijk het moment om het leven na de dood meer en meer waardevol te maken.
Hoe? Door een goed leven te leiden. Een leven met goede daden. ALLES wat een mens doet is tenslotte of goed, of slecht, als men de bedoeling daarvan nagaat. Een mens moet dus streven en eraan werken om al zijn daden met goede bedoelingen te doen.
In onze religie mag er niet zoveel nagedacht worden over WAT er precies na de dood zal zijn en HOE dat zal zijn. Het enige wat we in het oog moeten houden, is dat we er op voorbereid moeten zijn.
Natuurlijk mogen en moeten we ook plezier beleven op deze wereld, natuurlijk mogen en moeten we ook van ons leven genieten, maar…. Alles op de juiste manier.
Iedereen hoopt dat wanneer zijn of haar tijd voor het verlaten van de wereld komt, dat hij zijn ziel en karakter van alle slechte en onaardige trekken heeft gezuiverd.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten